-
1 afgaan
5 [in werking gebracht worden] go off6 [gedaan worden] 〈zie voorbeelden 6〉7 [een gek figuur slaan] lose face, flop, fail♦voorbeelden:afgaande op wat hij zegt • judging by what he saysop zijn gevoel afgaan • play it by ear3 van het toneel afgaan • go off, leave the stagevan school afgaan • leave schoolik ga volgend jaar van hockey af • I'm giving up hockey next year4 daar gaat 10 % van af • 10 % is taken off thathet vuil wil er niet afgaan • the dirt won't come off6 dat gaat hem gemakkelijk af • it comes easy/easily to himII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [geheel/allemaal langsgaan] go along the line♦voorbeelden: -
2 afgaan
1 [afdalen] descendre2 [+ op][afstappen op] aborder (qn.)3 [+ op][zich laten leiden door] se fier (à)4 [+ van][weggaan] quitter5 [verminderen] diminuer6 [afgenomen worden van een geheel] être déduit7 [van wapen] partir8 [van wekker] sonner9 [een gek figuur slaan] chuter10 [afgelegd worden] être enlevé♦voorbeelden:→ link=doel doelgeweldig afgaan • faire piètre figuredat gaat hem handig af • il s'en tire bien -
3 afgaan
сущ.общ. афганец -
4 afgaan
спуститься вниз; сойти вниз; уйти, отойти; развязаться; выстрелить разрядиться; раздаться; иметь стул; обойти; оплошать сплоховать облажаться срезаться; руководствоваться; положиться на; освободить комнату; уходить; отходить; направляться; проходить до конца; проходить; постепенно исчезать; уменьшаться; расходоваться; отделяться; отставать; отлетать; сходить вниз; спускаться; выстрелить* * **1) (z) отправляться ( о транспорте)2) (z) уходить, отходить ( van — от)3) направляться (ор — к)4) (z) уменьшаться, спадать; проходить ( о лихорадке)* * *гл.общ. выходить (в значении "получаться", "удаваться"), получаться ('Ik vind het leuk om te doen en het gaat me makkelijk af.- Ìíå éòî äåôî íðàâèòñà è ó ìåíà ôåãêî ïîôó÷àåòñà.'; 'Laatst moest ik een typetje doen voor 'Spuiten en slikken' en dat ging me slecht), отделяться, постепенно исчезать, проходить до конца, расходоваться, сходить вниз, уходить, направляться (op-к), проходить (о лихорадке), выстрелить (о ружье), спускаться, уменьшаться, отходить (van-от), отлетать (о пуговице и т.п.), отставать (от чего-л.) -
5 afgaan
I.die Bühne verlassenII.losgehen [ugs.]III.[een gek figuur slaan]sich blamierenIV.[naar beneden komen]heruntergehen -
6 afgaan op
zugehen auf -
7 afgaan
sali; bishitá -
8 afgaan
v. go down, descend; rely on, count on; lose face, suffer embarrassment or disgrace (Slang) -
9 afgaan op
v. go upon, make towards -
10 afgaan
ww1) descendre2) partir, quitter3) sonner [réveil]4) partir [arme]5) chuter complètement, foirer -
11 afgaan
1) besök2) hälsa på -
12 afgaan
descend, get off, go down -
13 afgaan
спуститься вниз; сойти вниз; уйти, отойти; отделиться, отвалиться от; развязаться; (об оружии) выстрелить, разрядиться; раздаться; иметь стул (расстройство желудка); обойти (человека); оплошать ging af e.OVT.imp. gingen af m.OVT.imp. is afgegaan VTT.pref. -
14 afgaan
partir, s'en aller, visiter -
15 afgaan
афганец,афганка -
16 afgaan
sali; bishitá -
17 afgaan als een gieter
afgaan als een gieter -
18 afgaan als een gieter
afgaan als een gieterVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > afgaan als een gieter
-
19 afgaan als een gieter
sich unsterblich blamieren -
20 op de uiterlijke schijn afgaan
op de uiterlijke schijn afgaan————————op de uiterlijke schijn afgaan
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Африкаанс
- Немецкий
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский
- Французский
- Шведский
- Эстонский